Maak kennis met de Vrijmetselarij
26 September: Avond voor Belangstellenden
Hieronder vindt U een deel van een interview met Ruud Cone, voorlichter van de twee Vrijmetselaarsloges te Sneek. Hij beschrijft perfect waar het in de Vrijmetselarij om gaat en wat U van ons kunt zou kunnen verwachten.
Ruud Coone is voorlichter van beide loges en hij wil meteen afrekenen met het imago van een belegen oude mannenclub. "Het is een hedendaagse vereniging met een mooie, spirituele traditie," zegt hij. "De laatste jaren blijkt de Vrijmetselarij vooral aantrekkelijk voor dertigers en veertigers. Inderdaad uitsluitend mannen. Daar moest ik in het begin wel aan wennen, maar het heeft ontegenzeggelijk iets prettigs. De geborgenheid van een besloten vriendenkring en het ontmoeten van interessante mensen zijn heel inspirerend."
Wekelijks verzamelen Coone en zijn broeders zich aan de Looxmagracht. Vaak om naar een lezing van een medebroeder of een buitenstaander te luisteren met een discussie achteraf. Soms is er een plechtige aanneming van een nieuweling of diens bevordering tot gezel of verheffing tot meester, nog altijd volgens achttiende eeuwse rituelen. Als iemand vrijmetselaar wil worden, moet hij uit eigen beweging komen. Het is not done om actief leden te werven. Daarom worden in Sneek jaarlijks slechts drie, vier nieuwe leden ingewijd. Omdat de ceremonie bepaald indrukwekkend is, passen er niet meer in het schema.
De oorsprong van de moderne Vrijmetselarij ligt in het achttiende eeuwse Engeland. De emanciperende burgerij wilde niet langer aan de hand van de kerk lopen, maar zelf op zoek gaan naar de zin van het leven. Juist daarom kwam de Vrijmetselarij in vroeger tijden regelmatig in conflict met kerk en staat. Geheimhouding was destijds nodig om te voorkomen dat de broeders zouden worden vervolgd of dat hun zaken in gevaar kwamen. Uit die tijd is de afspraak overgebleven dat iemand wel van zichzelf mag zeggen dat hij vrijmetselaar is, maar nooit de namen van zijn broeders prijsgeeft.
De vrijmetselarij in Nederland is een vereniging uit 1756. Nederland telt zo'n zesduizend mannelijke vrijmetselaars, verspreid over ongeveer 150 loges. Sinds 1904 bestaat er ook een gemengde vrijmetselaarsorde. In 1921 ontstond de Vereniging van Vrouwen van Vrijmetselaren, "de vijf V's". Nederland heeft verder een orde exclusief voor vrouwen onder de naam 'Orde van Weefsters Vita Feminea Textura', opgericht in 1947. Hoewel zelfstandig, werkt deze orde in de geest van de Vrijmetselarij. Hun ritualen zijn tamelijk vergelijkbaar.
Het doel van de vrijmetselaars is de bouw van een ideale tempel, waarvan de broeders de denkbeeldige bouwstenen zijn. Om die tempel te kunnen bouwen, leren vrijmetselaars naar elkaar te luisteren. Het gaat om de uitwisseling van gedachten, niet om het debat. Vrijmetselaars dienen te zoeken naar wat hen verbindt, niet naar wat hen verdeelt. Volgens de Vrijmetselarij heeft iedereen het recht zelfstandig te zoeken naar waarheid, is iedereen zelf verantwoordelijk voor zijn doen en laten, zijn alle mensen gelijk en hebben alle mensen de plicht bij te dragen aan het welzijn van de gemeenschap. De orde staat voor verdraagzaamheid, rechtvaardigheid en naastenliefde.
De werkwijze van de loges (een groep van gemiddeld veertig mannen) is gebaseerd op de werkwijze van oude bouwgilden. Daaruit werd bijvoorbeeld het gradenstelsel van leerling, gezel en meester overgenomen, evenals de bouwsymboliek. Tijdens wekelijkse bijeenkomsten wordt van gedachten gewisseld over filosofische en levensbeschouwelijke vragen.
De tempel of werkplaats aan de statige Sneker gracht is een ontwerp van de beroemde Vrijmetselaars-architect Baanders. Binnen de Orde staat het gebouw te boek als één van de mooiste van Nederland. Het plafond is blauw en bezaaid met gouden sterren. Aan de zijkanten staan banken. De vloer is zwart-wit geblokt, hetgeen onder meer een symbool is voor de grote verschillen tussen de logebroeders.
Aan één kant, in het oosten, staat een marmeren kubus met een indrukwekkend grote bijbel en kandelaars die door hun stand een driehoek vormen. Op de muur is een zon en de wassende maan getekend. Omdat de vrijmetselarij voortkomt uit de oude bouwgildes zijn passer, winkelhaak, waterpas en schietlood belangrijke symbolen, die de broeders moeten helpen de "Weg naar het Licht" te gaan.
"Het zijn mannen met geestelijke honger, die afkomen op de Vrijmetselarij," zegt Coone. "In principe kan iedere volwassene toetreden. Maar wie vooral geïnteresseerd is in materie, in dure auto"s of grote huizen, vindt het bij ons al snel saai of moeilijk. Wie hier komt om te netwerken en niets heeft met symboliek, haakt ook al gauw af. Daar zijn andere gezelschappen voor, zoals de Lions of de Rotary. Je moet er plezier in hebben om van gedachten te wisselen over filosofische en levensbeschouwelijke vragen."
Coone omschrijft de Vrijmetselarij als een vrijplaats voor autonome, spirituele zoekers. Mensen, die bereid zijn om samen te werken met andere zoekers. "Je moet kunnen omgaan met weinig antwoorden. Het idee is, dat je samen op reis bent door het leven en dat je daarover aantekeningen uitwisselt in de Loge. Wij zijn doordrongen van het besef, dat we deel uitmaken van een groter geheel waarmee we ons verbonden voelen, en dat we een positieve plicht hebben jegens de maatschappij. Een voorwaarde om je thuis te voelen is, dat je verwondering hebt over het leven, over jezelf en over anderen."
Hij is vooral enthousiast over de ritualen van de Vrijmetselarij. "De inwijdingen zijn schitterend. Voor mij voelt het iedere keer weer alsof ik mag zingen in het Concertgebouw. Een rituaal is als een partituur en script, als een lijst met voorschriften. Er staat in op welk moment tijdens een ritueel welk licht aan moet, wanneer de voorzitter van A naar B loopt, wie wanneer wat moet zeggen."
Het lijkt een beetje archaïsch, maar de Vrijmetselarij is volledig van deze tijd. Haar rol is natuurlijk niet meer dezelfde als 300 jaar geleden. Coone: "De mens is geëmancipeerder, de maatschappij is veranderd. De Vrijmetselarij heeft niet meer de invloed van toen. Zonder de oude teksten te laten inboeten aan kracht of mystiek, zijn ze anno 2011 ontdaan van al te plechtstatig taalgebruik. De oorspronkelijke elementen zitten er nog altijd in, de essentie is niet aangetast. Het is alleen vlotter geworden en dat versterkt het geheel."
"Onze wortels staan weliswaar in het verleden, maar we zijn ferm geworteld in het heden en hebben een visionaire blik op de toekomst. Wij zijn doordrongen van het besef, dat we in een keten staan, en dat we door de eeuwen heen bouwen aan een tempel van humaniteit. De essentie is het doorgeven van een waardevolle traditie, die als doel heeft aan jezelf te werken en zo de wereld een beetje mooier achter te laten. We zijn een "geestesrichting", die staat voor een positieve, optimistische levenshouding," aldus Ruud Coone.
Nog vragen?
FAQ
Logement “Lion d’Or” in de Hofstraat te Den Haag waar in 1734 de eerste Loge samenkwam onder voorzitterschap van Vincent la Chapelle.
De aanneming van een leerling, 1745
Een tafelloge (banket) uit de tweede helft van de 18e eeuw.